Wave - Methode en calculatie

1. Bepalen van de breedte bij een Wave-gordijn

Bij Wave-gordijnen wordt de breedte niet bepaald door de stof, maar door het aantal glijders in de rail.

• Standaard glijderafstand = 8 cm.

• Er bestaan kleinere afstanden, maar die geven meestal een minder luxe uitstraling. (Kleinere afstanden worden vooral gekozen om het pakketdiepte te beperken.)

Berekeningsvoorbeeld:

1. Gevraagde breedte: 204 cm.

2. 204 cm ÷ 8 cm (glijderafstand) = 25,5 glijders.

3. +1 glijder → 26,5 → afronden naar eerstvolgende even getal → 28 glijders.

📌 Een Wave-gordijn moet altijd een even aantal glijders hebben, zodat beide zijkanten naar het raam toe eindigen.

Controleberekening:

• 28 glijders → 27 touwtjes van 8 cm → 27 × 8 = 216 cm.

• Dit is breder dan de gevraagde 204 cm, maar correct omdat minder glijders te smal zou zijn.

2. Diepte van de golven: stofverbruik (plooifactor)

De stofhoeveelheid bepaalt de diepte van de golven, niet de breedte.

• Vuistregel: glijderafstand × plooifactor = stofhoeveelheid tussen 2 glijders.

• Bij een plooifactor 2.0 en glijderafstand 8 cm → 16 cm stof per glijder.

Hoe hoger de plooifactor:

• → Hoe dieper de golven (van voor naar achter).

• → Hoe voller het gordijn oogt.

3. Plooifactor versus pockets per haak

Er zijn twee methoden om Wave-confectie te berekenen:

Waarom "pockets per haak" methode?

• Voor een perfect strakke en symmetrische Wave-valling.

• Elk tussenstuk krijgt exact dezelfde hoeveelheid stof.

• Kost meer werk, maar geeft een mooier eindresultaat.